English version click here >
Deze maand, op 20 februari, ben ik precies even oud als mijn moeder was toen ze overleed in 1980. Ik kan me niet herinneren hoe dit gegeven in mijn hoofd kwam. Misschien doordat mijn gedachten teruggingen naar de dag dat Eric en ik verkering kregen, op 10 augustus, en mijn moeder ook op een 10e dag overleed. Of omdat ik moest terugdenken aan de manier waarop Eric en ik elkaar ontmoetten. Het kan bijna niet anders dan dat mijn moeder daar de hand in heeft gehad. Er zijn meerdere redenen waarom ik vermoed dat ze die gelegenheid heeft gecreëerd, maar ik zal het laten bij het feit dat mijn moeder van mij en dieren, in het bijzonder van katten, houdt.
Voordat ik terugkom op mijn gedachtegang over mijn moeder is het misschien leuk om te vertellen hoe Eric en ik elkaar ontmoet hebben achtenhalf jaar geleden. Voordat ik Eric tegenkwam en we aan de praat raakten, had ik een paar ontmoetingen met de katten van Eric. Op dat moment woonde ik met mijn drie katten achter het Centraal Station in Rotterdam, in een leuke benedenwoning met een prachtige groene tuin.
De eerste ontmoeting met Eric vond plaats op een maandagmorgen in juli. Ik had die zondag in de tuin doorgebracht. Het was een hete zomerdag en ’s avonds was er een heftige zomerse onweersbui losgebarsten. Om mijn slaapkamer, en mezelf, enige koelte te gunnen had ik de tuindeuren opengelaten en was lekker op de bank gezakt. Voordat ik naar bed ging ontdekte ik dat Jesse werd gebiologeerd door de bamboekast naast mijn bed. Sterker nog, naar wat zich daarachter bevond. Daar bleek zich een vreemde en bange kat te verstoppen.
Ik woonde inmiddels negen jaar op die plek en had de kat nog niet eerder gezien. Het kon niet anders dan dat ze ergens was ontsnapt, waarschijnlijk door het noodweer. Ik wist me geen raad op dat moment. Kon haar niet binnenhouden omdat ik dan ruzie kreeg met mijn eigen drie katten, maar kon haar ook niet buitenzetten omdat het nog steeds noodweer was. Na een telefoongesprek met de dierenambulance kreeg ik het advies om de kat toch buiten te zetten. Met pijn in mijn hart heb ik dat gedaan.
“Ik voelde dat ik op mijn moeders verjaardag even oud zou zijn als ze was toen ze overleed”
De volgende ochtend vroeg ik mijn bovenburen of zij wisten van wie de kat kon zijn. Zo kwam ik erachter dat een buurman van het portiek naast me katten had. Mijn volgende actie was aanbellen bij die buurman. De deur werd opengedaan door een knappe en relaxte jongeman. Ja, het klopte dat hij een kat miste, hij miste er zelfs twee. Hij vertelde dat hij die zondagavond naar de bioscoop was geweest en de balkondeuren op een kiertje had laten staan. Bij terugkomst miste hij Puk en Kees. Door het noodweer waren ze waarschijnlijk geschrokken en van het balkon gevallen (van twee hoog). Ik vertelde hem van de ontmoeting met Puk en dat ze de nacht buiten had doorgebracht.
Ik ging naar mijn werk, kon het niet loslaten en ging eerder naar huis om Puk te zoeken. Ook Eric was ongerust en eerder thuis gekomen. Gelukkig snuffelde Puk nog steeds in mijn tuin rond en kon ik haar snel oppakken. Eric vond Kees bij de buren. Allebei waren ongedeerd.
Een week later vond de jaarlijkse BBQ met de bovenburen plaats. Het was bekend om me heen dat ik katten had en toen de deurbel ging en een buurman vroeg of ik een kat miste kwam die vraag niet als een verrassing. Ik miste echter geen kat en was nieuwsgierig wie hij had gevonden.
In het portiek waar Eric woonde zat een bange kat op de trap, met wat bloedsporen op zijn kin. Hij moest dus van boven zijn gekomen. Dat was mijn eerste ontmoeting met Tom, de derde kat van Eric. Na Tom in veiligheid gebracht te hebben, gingen mijn buren en ik op onderzoek uit waar Tom thuishoorde. Eric miste geen kat, dacht hij, maar na een paar minuten kwam hij achter ons aangehold en vertelde dat hij Tom miste. Hij had Tom ongemerkt buitengesloten op het Franse balkonnetje aan de voorkant van het huis. Tom is een bijzonder avontuurlijke kat en was op zoek naar een weg naar binnen naar beneden gevallen. Gelukkig waren zijn verwondingen te verwaarlozen.
Dat was mijn eerste ontmoeting met Tom en mijn tweede met Eric. Ik maakte nog een geintje dat we de volgende keer dat we elkaar tegenkwamen iets moesten gaan drinken samen.
Na de BBQ die avond zag ik dat het licht bij Eric nog brandde. Na een gezellige avond met heerlijk eten en wijn had ik genoeg moed om de telefoon te pakken en Eric uit te nodigen voor een drankje. Hij was verrast door mijn uitnodiging maar zei gelukkig geen nee.
Die avond praatten we urenlang. We bedachten om samen naar de DanceParade te gaan. Dat was 10 augustus. En die avond was de avond van onze eerste kus. Dit jaar is ons negende jaar samen.
Terugdenkend aan 10, de katten, de signalen die mijn moeder me gaf (de manier waarop Eric en ik elkaar ontmoetten moest zeker door haar gearrangeerd zijn) bedacht ik me dat 2011 het jaar is dat ik ouder zal zijn dan mijn moeder. Deze wetenschap doet je nadenken. Mijn moeders’ ziekte, kanker, heeft er voor gezorgd dat ik me wel eens afgevraagd heb of ik ouder zou worden dan zij. En dat ik na mijn 46ste een grens overschrijd en verder reis over een pad dat zij nooit heeft belopen.
Ik begon ook na te rekenen hoe oud mijn moeder was, in jaren, maanden en dagen, toen zij overleed. Wat mijn leeftijd zou zijn op haar verjaardag. Zonder nauwkeurig na te rekenen voelde ik dat ik op haar verjaardag even oud zou zijn als ze was toen ze overleed. Hoe kan een mens dat weten zou je denken. Ik kan daar geen antwoord op geven. Ik wist het. We zouden allebei 46 jaar, 3 maanden en 20 dagen oud zijn. Na mijn redenatie gehoord te hebben, sloeg Eric secuur aan het rekenen. Mijn berekening klopte.
Wat zou dit kunnen betekenen? Wat is het bericht en is er een bericht? Tot nu toe heb ik geen antwoord kunnen vinden. De bedoeling achterhalen heeft bedachtzaamheid, gevoel en moed nodig. Want ik weet dat het een speciaal signaal moet zijn. Misschien sluit dit een periode in mijn leven af. Een lange periode van vechten met mezelf, worstelen met wie ik ben in dit leven en niet mezelf zien wie ik ben en wat ik kan. Mijn passie durven zien en de stap te durven zetten voor mezelf te kiezen, mezelf vertrouwend en de dingen die om me heen gebeuren. En heel belangrijk, het afsluiten van een periode van twee jaar, verlate, rouwverwerking (zou dat kunnen?).
Het is een rare gewaarwording en iets om bij stil te staan. Na 20 februari ga ik een leven in dat mijn moeder nooit heeft geleefd. Ga ik ervaringen krijgen die zij nooit heeft gehad. Iedere rimpel die ik dan krijg heeft zij nooit gekregen. Ik word straks ouders dan zij werd. Ik kan mijn leven, en mezelf, dan niet meer vergelijken met het haar leven. Simpelweg omdat zij nooit zover gekomen is. Voorheen kon ik me afvragen hoe zij bepaalde dingen op mijn leeftijd gedaan zou hebben. Dat kan straks niet meer. Het geeft me het gevoel dat ik na 20 februari ook voor haar ga leven. Stations bezoeken waar zij nooit is geweest. Het voelt als een blanco vel dat voor me ligt, maar ook alsof ik nu een weg in ga voor ons beiden, om voor ons samen nieuwe avonturen te beleven. Het voelt prachtig om dit voor ons allebei te doen en ook als een grote verantwoordelijkheid om ons en mijn leven volledig te leven zoals het bedoeld is.
Met liefde.
Jolanda